BDH

BDH CONSULTANTS cvba /nieuws

Aangever: Caro
Datum: 07/04/2014
Titel: Decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 28 februari 2014 houdende diverse bepalingen inzake leefmilieu en natuur

De meeste bepalingen van het decreet treden op 1 januari 2014 in werking, sommige (de wijzigingen van het DABM) echter op 4 april 2014.
Dit verzameldecreet bevat 87 artikels en wijzigt zeer diverse milieu-thema's zoals wateringen, polders, bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging, maatregelen inzake het grondwaterbeheer, bosbeheer, jachtbeheer, algemene bepalingen inzake milieubeleid, ... Een belangrijke brok wijzigingen betreffen de Wet op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging van 26 maart 1971. Onder andere een wijziging van de bestraffing van nullozers die toch afvalwater (onvergund) lozen (art. 8). Ook aan de berekening van de vuilvracht op basis van meet- en bemonsteringsresultaten worden wijzigingen aangebracht (art. 9).
Vervolgens zijn er wijzigingen aan het decreet houdende maatregelen inzake het grondwaterbeheer van 24 januari 1984. Artikel 18 wijzigt de expert die het hydrologisch attest dient op te stellen voor bronbemalingen die noodzakelijk zijn om het gebruik en/of de exploitatie van gebouwen of bedrijfsterreinen mogelijk te maken of houden, van "een milieudeskundige die volgens Vlarem II is erkend in de discipline grondwater” naar “een erkende MER-deskundige in de discipline water, deeldomein geohydrologie. Dit attest is belangrijk voor het wel of niet betalen van grondwaterheffing bij grondbemaling. In artikel 20 wordt het mogelijk gemaakt om een grondwaterheffing te laten verzenden aan een ander persoon. Vroeger kon dit niet, nu wel, namelijk door een schriftelijk verzoek van een persoon die niet is opgenomen in het kohier.
Een laatste belangrijke pakket wijzigingen betreft het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid. De juiste datum van 'betekening' van een milieu- of veiligheidsrapport wordt gewijzigd (art. 29). Betekening was vroeger 'het verzenden bij ter post aangetekende brief, met bericht van ontvangst'. Na wijziging is dit het verzenden bij ter post aangetekende brief of per elektronische post. Voorheen was de betekening de “dag na de datum van de poststempel”. In de toekomst wordt dit de “derde werkdag na de dag van de verzending". Dit is belangrijk voor het ingaan van de termijnen van de procedure. Dit maakt elektronische verzending mogelijk want ook een ‘ontvangstbewijs’ wordt gewijzigd om dit in een elektronische versie te kunnen : de schriftelijke of elektronische bevestiging van ontvangst van een zending.